Toespraak van Z. M. Koning Albert II der Belgen bij het middagmaal, aangeboden door Bondspresident Christian Wulff

Schwerpunktthema: Rede

Schloss Bellevue, , 29. März 2011

Mittagessen zu Ehren des belgischen Königs im Großen Saal

Änderungen vorbehalten. Es gilt das gesprochene Wort.

Mijnheer de President, het is voor de Koningin en voor mezelf een grote eer, heden door u in Berlijn te worden ontvangen. Met dit Staatsbezoek willen wij onderstrepen, hoezeer wij belang hechten aan onze uitmuntende bilaterale betrekkingen.

Mijnheer de President, sinds uw aantreden verleden jaar hebt u de aandacht gevestigd op het verbeteren van de maatschappelijke samenhang en integratie, en op het lot van de zwakke en de behoeftige. De boodschappen die u hebt uitgestuurd, getuigen van politieke moed en van uw hoge taakopvatting. Wij kunnen ze volledig onderschrijven.

Mevrouw, u hebt door uw inzet voor sociale initiatieven en voor het welzijn van minderbedeelden en kinderen, een engagement getoond dat tot voorbeeld dient voor velen. De Koningin en ikzelf willen tijdens dit bezoek ook aandacht schenken aan deze bezorgdheid, die wij volledig delen. Uw ervaring op dat vlak is bijzonder waardevol.

Mijnheer de President, Mevrouw, Excellenties, Dames en Heren, er zijn weinig plekken op aarde waar de geschiedenis zo tastbaar aanwezig is als hier in Berlijn. Deze stad, die lange tijd gebukt ging onder de gevolgen van ideologische verdeeldheid, is nu sinds twintig jaar de hoofdstad van een herenigde natie. Een natie die leiderschap toont in Europa en in de wereld, en die is uitgegroeid tot een baken van vrede, stabiliteit, veiligheid en welvaart.

Wij waarderen de manier waarop Duitsland zijn internationale rol waarneemt, met verantwoordelijk optreden en grote solidariteit.

In de Europese context blijft Duitsland krachtig vasthouden aan het ideaal van Europese integratie dat nu al 60 jaar stabiliteit en welvaart brengt voor onze burgers. Met vaste wil hebben opeenvolgende Duitse regeringen deze koers verder uitgezet, onder meer bij de invoering van de Euro, de uitbreiding van de Unie, de nieuwe Verdragen en, recent, de maatregelen voor het beheersen van de financiële crisis.

In deze moeilijke tijden staat het ideaal van een verenigd Europa onder druk. Daarom is het volstrekt nodig dat onze beide landen, samen met de Europese instellingen, en met onze partners, blijven ijveren voor nauwe Europese samenwerking en integratie. Dat was ook de opdracht die mijn land zich heeft gesteld tijdens ons recente Voorzitterschap van de Unie. Ik wens uitdrukkelijk Mevrouw Merkel te danken voor haar steun tijdens het Belgisch Voorzitterschap, en haar inzet voor de intensivering van onze bilaterale relaties.

Mijnheer de President, wij waarderen ook de actieve inzet van Duitsland in verschillende internationale operaties die vrede en stabiliteit brengen in conflictregio’s. Daarbij staat het welzijn van de burgers centraal. Zo heeft het Duitse engagement in de EUFOR-operatie in Congo, in 2006, wezenlijk bijgedragen tot het goede verloop van de presidentsverkiezingen. In Afghanistan opereren Belgische troepen zij aan zij met hun Duitse partners, in een opmerkelijk nauwe en constructieve samenwerking. Duitsland en België zijn ook stuwende krachten binnen het Eurocorps en bondgenoten in de grote NAVO-commando’s en in UNO-verband, zoals onder andere blijkt uit onze gezamenlijke aanwezigheid in Zuid Libanon.

Mijnheer de President, eij willen u ook danken voor het goede nabuurschap tussen onze beide landen. Daarbij vermeld ik in de eerste plaats het zeer intense handelsverkeer in beide richtingen, evenals de belangrijke investeringen. Er zijn ook bijzonder vruchtbare uitwisselingen op universitair, technologisch en cultureel vlak. Zowel op federaal niveau als tussen de Länder en de Gewesten en Gemeenschappen van mijn land, bestaat er nauwe coördinatie en constant overleg. Bovendien, kunnen wij volop de nieuwe mogelijkheden benutten die de Benelux-overeenkomst ons biedt betreffende de interregionale samenwerking. Ik moge hier uiteindelijk de uitzonderlijke rol vermelden die de Duitstalige Gemeenschap van België vervult in de uitbouw van onze bilaterale betrekkingen.

Tenslotte, Mijnheer de President, is dit bezoek ook in zekere zin een familiebezoek. Tijdens ons verblijf in Beieren, morgen, zal de gedachte aan mijn grootmoeder, Koningin Elisabeth, vast en zeker levendig zijn.

Mijnheer de President, Mevrouw, ik hef het glas op Uw welzijn, op het welzijn van Duitsland, en op de hechte band tussen onze beide Naties.